Over Art of stitch

Oude handvaardigheid comercieel vertaald

Dit is deel 9 in een serie over eenmansbedrijven, door: Matthijs Smit – Het Financieel Dagblad, 22 september 2005.

De boer op. Dat is de drijfveer die Hetty Schijvens (47) bracht tot het zelfstandig ondernemerschap. Een kwarteeuw had ze gewerkt bij het stoppagebedrijf dat haar nu 77-jarige moeder nog altijd voortzet, maar voor de dochter was het op zeker moment mooi geweest. Samenvallend met andere ingrijpende ontwikkelingen in haar leven nam ze het besluit “eenpitter” te worden.

Art of stitchDie vijfentwintig jaar was het in feite altijd werkelijk tussen vier muren geweest. Statisch; je moet oppassen dat het niet saai wordt. Ook nu, met haar eigen bedrijf, zijn die vier muren er nog, maar daarnaast is er de gerichte acquisitie en dat is precies waar het Hetty Schijvens om begonnen was. Het directe contact met de klant. Snuffelen naar verlangde service en daar op inspelen.

Zo onstond drie jaar geleden The Flying Needle, deels ook weer een stoppagebedrijf, maar veel verder uitgewerkt. Waar ook de allerfijnste stoffen en allernieuwste textiele vindingen gerepareerd kunnen worden en waar bovendien aanvullende werkzaamheden worden aangeboden, zoals het handmatig verzorgen van teksten en initialen op stoffen en kleding en het ontwerpen van lettertypes daarbij. Want qua opleiding is Hetty Schijvens grafisch ontwerpster. Toen een heel bewuste keuze, weet ze nog. Als kind al was ze goed in tekenen, en volgde de opleiding reclame/etaleren aan het St. Lucas in Boxtel, en de NHTV opleiding aan de Katholieke Leergangen in Tilburg. Na een stage op een reclamebureau wenkte toch haar moeders bedrijf. Het feit dat ze uit een echt middenstandsmilieu komt, is er volgens Schijvens mede debet aan dat ze uiteindelijk koos voor eigen ondernemer te willen zijn. Zo zou ik me verder en vooral breder kunnen ontwikkelen. Nu kwam ook de dynamiek van het commercieel bezig zijn in beeld, sociale contacten leggen en benutten.

Ik besloot meteen mijn zaterdagen te bestemmen om klanten te bezoeken. Dat betekent dat Schijvens steevast op die dagen de Amsterdamse PC Hooftstraat frequenteert, want dat is de wereld waarvan ze het hebben moet. Hier huizen meerder hooggekwalificeerde modezaken, vooral die voor heren, dicht bijeen.

Vanuit Tilburg combineert ze het vaak met zaken in Haarlem en Amstelveen. De ene zaterdag kleding ophalen, de volgende week gerepareerd afleveren. Het voordeel voor die winkels is dat ze hun klanten zo op hun beurt een extra dienst kunnen verlenen. Menig drager van het betere maatpak, aangeschaft in beschreven buurten, kan er intussen zeker van zijn dat het brand of motgaatje in jasje of broek dat zo fraai gerepareerd werd, door de vaardige handen van Hetty Schijvens is gegaan. Juist door te mikken op dit hoge segment plus de combinatie te leggen met aanvullende verrichtingen en een verbinding met het Textiemuseum in Tilburg, probeert Schijvens haar bedrijf, dat als stoppage begon, uit te tillen boven wat ze noemt “de huis,tuin en keukensfeer”.

Bovendien weet ze, ben ik de laatste die deze vaardigheden beheerst. Ik voel me ook een beetje het erfgoed van Tilburg. Als ik iemand zou willen opleiden tot hetzelfde niveau zou dat al gauw vijf jaar vergen. Schijvens beschrijft hoe ze drie jaar geleden startte: Met folders en stukjes stof met gerepareerde beschadigingen de boer opgaan. Buiten de winkels die ik nu op zaterdag bezoek liggen er in veel meer zaken folders van mij op de toonbank. Op een gegeven moment begint het dan te lopen. Het aantal particuliere klanten stijgt bovendien gestaag.

Mijn bestaansrecht heb ik intussen bewezen, ik nader nu het punt waarop ik quitte speel. Het echte ondernemen zit voor mij in het steeds weer direct op verzoeken kunnen inspelen, de basis verbreden met meer klanten en meer verschillende technieken. Je krijgt het ook steeds vaker aangereikt: mensen die vragen of je dit of dat kunt doen. Bijvoorbeeld het inborduren van een huwelijksdatum in een trouwpak, zoals ik onlangs nog voor een bekende voetballer deed. Ik speel in op de zucht van mensen zich te willen onderscheiden. Het voornaamste van het eenpitter zijn vindt ze de vrijheid van beslissen. En: ik ga erop uit; ik wil me laten zien, me verkopen. Met een afwachtende houding red je het niet.